Natuurvriendelijke oevers in Zegenpolder
In het Buijtenland van Rhoon wordt overgeschakeld op natuur-inclusieve akkerbouw. Dat is landbouw, waarbij de boer ook ruimte aan de ontwikkeling van natuur geeft. Zo worden onder meer natuurvriendelijke oevers aangelegd in de Zegenpolder. De klei die daarbij vrij komt, wordt hergebruikt om de Rhoonse Stort in te pakken.
De Zegenpolder is onderdeel van het Buijtenland van Rhoon en loopt in het gebied met de omschakeling naar natuur-inclusief boeren voorop. In 2017 werd de knop van intensief in een keer omgedraaid naar natuur-inclusief. Sinds die tijd maakt de boer zoveel mogelijk gebruik van duurzame en natuurlijke omstandigheden en hulpmiddelen. Zo zet de boer geen insecticiden in, maar natuurlijke vijanden tegen bladluis die leven in brede akkerranden. Teelt hij gewassen als luzerne en koolzaad, vanwege de rijke bloei en de eigenschap om stikstof aan de bodem af te geven. Onrendabele overhoekjes benut hij voor natuurvriendelijke maatregelen, zoals struiken, ruigte of plasdras. Plekken waar insecten en vogels graag vertoeven. Ook de aanleg van natuurvriendelijke oevers, maakt deel uit van de omschakeling.

Natuurvriendelijke oever
Ecoloog Niels Godijn: “Een natuurvriendelijke oever begint eigenlijk al onder water en loopt dan heel geleidelijk omhoog naar de akkerrand. Dat zorgt voor allerlei gradaties in de leefomgeving van planten en dieren. De gevarieerde vegetatie onder én boven water is weer een prima plek voor waterdiertjes en insecten zoals libellen, vlinders en bijen.”
Ondiep water warmt bovendien snel op en is daarmee een uitstekende plek voor jonge vis. Daardoor zal het ondiepe water ook allerlei vogels aantrekken. “Denk aan steltlopers zoals de tureluur, de kleine plevier en de kievit. We hopen zelfs op kleine zoogdieren zoals de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Dat zou pas echt bijzonder zijn.”
Voor de aanleg van de oevers worden her en der de watergangen aangepast. Niels: “We maken ze breder en er komen ook nieuwe watergangen bij.” Daarbij wordt rekening gehouden met cultuurhistorische kenmerken. “Oude kenmerkende perceelvormen keren terug en hier en daar krijgt de watergang zijn oorspronkelijke, kronkelige loop terug.”
De klei die vrijkomt, wordt gebruikt om de naastgelegen Rhoonse Stort af te dekken.

Volgend jaar zullen de eerste fraaie resultaten al zichtbaar zijn. “Als eind mei de pinksterbloemen lila gaan bloeien, zal het hier prachtig zijn. Daarna komt het geel van de boterbloemen en het blauw van de korenbloemen er nog bij.” Niels Godijn verwacht dat de oevers laag begroeid blijven. “Slechts her en der wilgen of een pluk riet. Het blijft dus een open en weids polderland met akkers die bebouwd worden met een variatie aan gewassen. Ook dat is weer goed voor de soortendiversiteit rond en boven de akkers.”