Natuur-inclusieve akkerbouw: een hele uitdaging!

Arjo Klok is ‘natuur-inclusieve landbouwer’ in het Buijtenland van Rhoon. Een bewuste keuze. We spraken hem in mei 2019 in een zee van gele bloemen. “Koolzaad. Zit straks in de slaolie.” Wat Arjo betreft staat die fles dan in de keuken bij een Rotterdams gezin: “Dichtbij geteeld, dichtbij genuttigd.” Wilde bijen zoemen rond zijn hoofd.

Aanfrezen aardappels

Samen met zijn broer deed Arjo mee aan de aanbesteding om in de Zegenpolder te experimenteren met ‘natuur inclusief boeren’. “Ik kom dus eigenlijk van buiten dit gebied.” Arjo heeft met zijn broer namelijk ook nog een loonbedrijf in Heenvliet. “We werken in opdracht van agrarische bedrijven en natuurorganisaties. Maar zelf kunnen gaan akkerbouwen, dat is een kans die we niet wilden laten lopen.”

Wat is dat eigenlijk, natuurinclusieve landbouw?

“Een akkerbouwbedrijf runnen met respect voor de omgeving,” zegt Arjo meteen. “Met een bedrijfsvoering die rekening houdt met insecten, vogels en andere natuurwaarden. Door bijvoorbeeld minder of geen insecticiden te gebruiken.” Ook verbouwt Arjo meerdere gewassen voor een gevarieerd landschap en reserveert hij zo’n 15 procent van zijn areaal voor natuurlijke vegetatie.

De omschakeling naar een volledig natuurinclusieve bedrijfsvoering verloopt langzaam, maar Arjo denkt dat het gaat lukken. “Het wordt wat risicovoller en de kostprijs van producten ligt wat hoger. Maar ik denk dat als de consument kan kiezen voor een eerlijk geteelde aardappel die 10 cent per kilo duurder is, hij dat zonder meer wil betalen.”

Om de eerlijke producten bij de consument te krijgen, is samenwerking met lokale afnemers noodzakelijk. “De grote supermarktketens zijn hier nog niet aan toe. Maar als we lokale bakkers, groente- en fruithandelaren kunnen betrekken, maken we een goede kans om het Buijtenland over tien jaar volledig natuur-inclusief te laten telen.” Misschien dat dan ook de supermarkten ‘om’ zijn en we allemaal natuurinclusief eten.

Aanfrezen aardappels
Aanfrezen aardappels

Wat is het verschil met biologische landbouw?

Natuur-inclusief is niet zo dogmatisch als biologisch, legt Arjo uit. “Biologisch telen is eigenlijk een brug te ver door een heleboel werkwijzen volledig uit te sluiten, terwijl dat niet per se beter is voor de biodiversiteit.”

Een voorbeeld: je kunt heel biologisch vele hectaren aaneengesloten met één gewas verbouwen, maar de biodiversiteit is totaal niet gebaat bij zo’n monocultuur. “Het product krijgt dan wel het predicaat ‘biologisch’, maar de natuur schiet er niets mee op.”

Ook zijn sommige biologische werkwijzen niet altijd goed voor de natuur. “Denk bijvoorbeeld aan herhaaldelijk mechanisch wieden. Die biologische werkwijze verstoort het bodemleven.” Natuurinclusieve akkerbouw is wat flexibeler en doelgerichter, want soms is het gewoon beter om - met mate - toch gebruik te maken van traditionele werkwijzen. Het is dus, volgens Arjo, zoeken naar de optimale balans: “Datgene doen wat goed is voor zowel de boer als voor de natuur.”

Brutus

Een interessant experiment

Vooral het experiment trekt hem aan, maar soms is het ook wel eens frustrerend, vertrouwt Arjo ons toe. “Als je het fout ziet gaan als je net bieten hebt ingezaaid en je niet mag ingrijpen… Gelukkig konden we toen nog een keer opnieuw zaaien. Maar blij was ik niet.”

Daar staan gelukkig ook weer successen tegenover: “We hebben vorig jaar een luizenplaag in de aardappelen gehad. Daar hadden traditionele akkerbouwers meer last van dan wij. In onze bloemrijke akkerranden leefden voldoende insecten die een natuurlijke vijand van de luis bleken te zijn.” De natuur werkte in dit geval dus in het voordeel van de boer.

Arjo en Brutus

Arjo en Brutus