Dwaalgasten: de Grote Pieper en de Roodkeelpieper

Kort na elkaar doken twee zeldzame doortrekkers op in het Buijtenland van Rhoon. Onderweg naar hun winterverblijf maakte eerst de Grote Pieper en daarna de Roodkeelpieper een tussenstop in de Zegenpolder. 

Op waarneming.nl staan mooie foto’s. Zo ook deze foto van de Roodkeelpieper, gemaakt door Albert Molenaar. 

roodkeelpieper

Roodkeelpieper

De Roodkeelpieper is op 28 november gespot tussen een grote groep graspiepers en op 8 december was hij er nog steeds. De vogel, die in Noord-Scandinavië broedt, maakt zelden een tussenstop in Nederland. Zeker niet zo laat in het jaar. Meestal vertrekt hij half augustus vanuit Scandinavië richting het Afrikaanse continent om in het voorjaar de omgekeerde reis te maken. Leuk detail is dat deze ‘musachtige’ vogel in het voorjaar een baksteenrode gezicht, borst en keel heeft. 

De Grote Pieper foerageerde tussen 12 en 14 november in de Rhoonse polder. De lange afstandstrekker vliegt vanaf Oost-Rusland, Oost-Kazakhstan en Noordwest-China zuidelijk richting Oost-India en zuidelijk vasteland van Azië. Jonge vogels trekken ook wel richting West-Europa om rond de Middellandse Zee te overwinteren. De Grote Pieper is wat vaker te gast in Nederland. Op trek in open duinen, vochtige graslanden, op dijken en in kwelders. 

roodkeelpieper

Toeval?

Twee keer op een rij een zeldzame gast in de Zegenpolder. Is dat toeval of te danken aan de natuurmaatregelen die sinds 2017 in de Zegenpolder zijn getroffen? “Laten we het houden op twee hele mooie incidenten”, licht vogelkenner Niels Godijn toe. Vogels laten zich in de winterperiode door twee situaties sturen: de weersomstandigheden en het voedselaanbod. “Het weer hebben we natuurlijk niet in de hand, maar het voedselaanbod zeker wel.” De afgelopen jaren is er natuurinclusief geboerd in de Zegenpolder. “We hebben meer gewassen geteeld, geen insecticiden gebruikt en bloemrijke akkerranden en hooilanden ingezaaid. Ook zijn er wintervoedselvelden ingericht om overwinteraars in onze polder te houden. Kortom, er valt wat te smullen qua zaden en insecten. Wie weet blijft de Roodkeelpieper wel tot de kerst.”